Opinie | ‘Witte mensen die iets willen doen aan racisme: praat met je eigen gemeenschap’

Black Lives Matter-demonstratie op het Malieveld in Den Haag.

Remko de Waal/ANP

Interview

Racisme Ook het dekolonisatiedebat moet gedekoloniseerd worden, stelt Michael Eze. Hij ziet te veel onderzoekers die over een paar jaar weer aan een ander project werken. „Voor mij is het persoonlijk.”

De Nigeriaanse onderzoeker en docent Michael Onyebuchi Eze heeft twee grote liefdes, die op het eerste gezicht moeilijk met elkaar te verenigen zijn. Hij is als universitair docent Afrikaanse filosofie aan de Universiteit Leiden gespecialiseerd in dekolonisatie én is voormalig priester bij de Jezuïeten. Deze katholieken waren in de zestiende eeuw de grondleggers van het missiewerk en trokken vanuit Zuid-Europa over de wereld, waaronder later ook naar Afrika. Maar jezuïtisch priester en dekolonisatie-onderzoeker gaan volgens Eze goed samen. Sterker nog, het idee dat Jezus wit was is volgens hem óók een product van kolonisatie. „Witte Jezus is inderdaad koloniaal, maar Jezus is niet wit. Dat is ideologie. Missionarissen gebruikten hem voor autoritaire macht. Jezus koloniseert niemand. Voor God zijn we allemaal gelijk.”

Vanuit het rurale Nigeria verhuisde hij naar de Zimbabwaanse hoofdstad Harare om zich aan te sluiten bij de Jezuïeten en aan hun universiteit filosofie te studeren. „Ze hebben de beste scholen ter wereld. Sommigen noemen hen de intellectuele powerhouse van de katholieken.” Zodoende kwam hij in de academische wereld terecht. Hij publiceerde onder meer over Afrikaanse filosofie, maar schaart zich niet onder één filosofische stroming. De ubuntu-filosofie komt het meest in de buurt, hoewel zijn definitie anders is dan het algemeen bekende ‘ik ben, omdat wij zijn’. „Ik ben, omdat jij bent”, corrigeert hij. „We moeten niet alleen naar de ‘wij-groep’ kijken. Juist de ander zien, hoe anders die ook is, is moeilijk. Maar noodzakelijk.”

In een interview met het Nederlands Dagblad eerder dit jaar noemde hij zijn positie aan de Universiteit Leiden „symbolisch”. „Hoe is het mogelijk dat ik de enige Afrikaanse docent Afrikaanse filosofie ben?”, zegt hij daar tegen NRC over. „Ze denken: we hebben een zwart persoon, check! Het is een alibi tegen een slecht geweten.” Maar, zo stelt hij, zijn Afrikaanse filosofie leert hem daar ook empathie voor te hebben. „De universiteit is ook maar een product van het systeem. We moeten niet oordelen.”

Waar komt uw interesse in filosofie vandaan?

„We moeten de wereld veranderen. Er is zoveel haat, zoveel woede. Maar niemand wordt geboren als een slecht persoon, wreed of racistisch. Dat gebeurt door socialisatie. Het is onze taak om dat open te breken en de dialoog op gang te brengen. Uit te leggen waarom het niet oké is om racistisch te zijn.”

„Filosofie is een religieuze activiteit voor mij, geen abstracte aangelegenheid. Er staat te veel op het spel. Ik ben een zwart persoon, ik doceer filosofie. Voor mij is het persoonlijk. Ik kan me niet de luxe permitteren om te filosoferen over zaken die er niet toe doen. Filosofie moet emancipatoir zijn. Mijn filosofie komt van het verlangen om positieve verandering te bewerkstelligen. Niet alleen voor ons, maar voor de hele mensheid, voor de planten, voor alles. Anders verdoe je je tijd. Voor mij betekent filosofie zaken aanleren die een rimpeleffect hebben op mijn positie in Nederland en in Europa, op de minderheden in de witte wereld. Elke gebeurtenis is een moment van mogelijke verandering.”

Maakt het persoonlijke aspect uw werk moeilijker?

„Nee, het bemoeilijkt het niet. Het maakt het meer betekenisvol. Als je mijn werk leest, zie je dat ik spreek vanuit mijn hart. Je voelt mijn hartslag in mijn publicaties. Als we geen verandering voor elkaar krijgen, kunnen we er beter mee kappen en de universiteiten sluiten.”

U werkt aan een artikel over het dekoloniseren van het academische dekolonisatiedebat in het Westen. Waarom is dat nodig?

„Ik zeg niet dat witte mensen geen Afrikaanse filosofie kunnen doceren. Maar dekolonisatie wordt besmet met dezelfde ziekte die het wil bestrijden. Er zijn onderzoekers die experts worden, zonder dat ze ervoor hebben gestudeerd. Laatst gaf iemand een lezing over dekolonisatie aan een Nederlandse universiteit. Ik zocht de onderzoeker op, bleek dat ze nog nooit iets in Afrika of Zuid-Amerika heeft gedaan. Ik doceer dekolonisatie! Deze onderzoeker komt van Joodse studies en zíj́ wordt de expert.”

„Dat zijn de onderzoekers die legitimiteit hebben op basis van hun netwerk, privileges, connecties met uitgevers en geld voor institutionele steun. Het gebeurt alleen in Afrikaanse studies dat iedereen zomaar expert kan worden. Het is kapitaal dat hen drijft. Als het vanuit een intrinsieke motivatie was gekomen, waren ze in hun eigen veld gebleven. Ik wil dan niet meer over dekolonisatie horen.”

Waarom niet?

„Ze menen het niet. De Nederlandse regering heeft vorig jaar excuses aangeboden voor het slavernijverleden, dus onderzoekers weten dat ‘dekolonisatie’ hip is en dat zij een grote kans hebben op financiering als hun onderzoek daarover gaat. Het is een postkoloniale en kapitalistische mentaliteit: ‘Wij zijn wit, wij spreken de taal, wij kunnen geld krijgen’. Je weet dat het niet oprecht is, omdat ze over een paar jaar weer op een ander project zitten. Dat is frustrerend voor een academicus die verandering wil zien.”

„Afrika wordt nog steeds gezien als een continent dat gered moet worden. En Afrikanen gehoorzamen daaraan. Misschien had ik hetzelfde gedaan als ik niet zelf hogerop was gekomen. Maar nu weet ik wel beter.”

Hebben Nigerianen ook dekolonisatie van hun gedachtegoed nodig?

„In Afrika hebben we onze gedachten al gedekoloniseerd. Geloof me, Afrikanen hebben agency. Maar het is een wisselwerking. Volgens Fanon [de 20ste-eeuwse Frans-Martinikaanse socioloog Frantz Fanon, red.] gaat dekolonisatie van gedachtegoed juist over het Europese gedachtegoed. Europeanen behandelen Afrikanen nog altijd als inferieur omdat ze ons zielig vinden. Ze denken dat zij Afrika moeten redden van hun minderwaardigheidscomplex, maar denken niet aan hun eigen superioriteitscomplex. En jij dan? Jouw reddingsdrang?”

U schrijft in een artikel dat westerse samenlevingen vaak worden gezien als tolerant, maar dat dat idee slechts een fantasie is die sociaal-economische ongelijkheden van minderheden maskeert. De Amerikaanse burgerrechtenactivist Malcolm X zei: „The white liberal is the worst enemy of the black man.” Richten zij die denken dat ze het goede doen de meeste schade aan?

„Nee, dat denk ik niet. Maar als je écht verandering wil, begin dan bij je eigen gemeenschap. Steve Biko [Zuid-Afrikaans anti-apartheidsactivist, red.] was kritisch op witte mensen die met al hun privileges meestreden met de zwarte burgerrechtenbeweging. Dat is nu ook het geval: witte mensen protesteren voor Black Lives Matter, maar zullen als ze teruggaan naar huis nooit etnisch geprofileerd worden door de politie. Waarom proberen ze niet hun eigen gemeenschap te veranderen? Die is immers verantwoordelijk voor het racisme.”

Hoe moeten ze dat doen?

„Zíj hebben toegang tot hun eigen gemeenschap. Ik niet. Praat met je mensen. Zeg niet dat je sympathie hebt voor mij, om vervolgens terug te gaan naar je chique huis. Soms creëer je ongelijkheid door overal bij te willen zijn. Dan is het beter om weg te blijven. Het gaat niet altijd over jou.”

„Ik weet dat mensen over het algemeen goed proberen te doen en dat moeten we toejuichen. Maar doe dat in samenwerking met de mensen over wie je het hebt.”

Lees ook dit opiniestuk: Niet nog meer verkennend onderzoek naar racisme

Geldt dat ook voor de academische wereld?

„Ja, dat bedoel ik met dekolonisatie van het dekolonisatiedebat. De witte dekolonisatie-experts creëren een nieuwe publieke ruimte die zij verder domineren. Zij krijgen het geld, zij worden toegelaten tot de beste universiteiten, krijgen de banen. Daar zie je dat het misgaat. De dekolonisatiehype lost ongelijkheid niet op.”

„We moeten onszelf de vraag stellen waarom we het nog steeds over dekolonisatie moeten hebben. Kennelijk hebben we nog niet de juiste oplossingen gevonden. Waarom denken mensen op straat dat ik een vluchteling of een bedelaar ben? Waarom kan ik niet gewoon mens zijn?”

„Ik was op het vliegveld op weg naar Engeland en de douanier zag mijn paspoort en zei: ‘Amerikaans staatsburger, maar geboren in Nigeria’. Waarom ‘maar’? Ik ben trots dat ik in Nigeria ben geboren, maar waarom de-amerikaniseert hij mij? Ik word er altijd uitgepikt op het vliegveld. Genoeg is genoeg. Het zijn geen slechte mensen, het komt door hun mindset. We hebben een revolutie nodig, om mensen als mensen te zien.”

Hoe komen we daar?

„Menselijkheid in het Westen is kwantificeerbaar, het is kapitaal. Maar je kunt waardigheid niet meten met opleidingsniveau of geld. We moeten waardigheid herdefiniëren volgens Afrikaanse filosofieën.”

Maar we kunnen mensen niet juridisch verantwoordelijk houden voor het wel of niet zien van iemands waardigheid.

„Ik ben een filosoof, ik ga niet uit van de parameters van het recht. Want mensenrechten kunnen bestaan binnen een oneerlijke maatschappij. Als we onze waardigheid verliezen, verliezen we onze menselijkheid.”

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.